Pensioenhervorming in Spanje

Spanje is vanaf nu ook lid van de OECD, waardoor de gepensioneerden volledig beschermt worden tegen hoge inflatie. 

Sinds kort is ook Spanje lid van de OECD, de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling. Deze wordt ook wel de 'club van de rijke landen' genoemd. Deze organisatie is opgericht om de hoge inflatie aan te kunnen, wat tegenwoordig een grote uitdaging is voor economiëen over heel de wereld. Er zijn tal van maatregelen genomen om de gepensioneerden te beschermen tegen de stijgende prijzen. 

De wetgeving van de vorige regering in 2013 is afgeschaft, net zoals de goedgekeurde pensioenhervorming van de vorige legislatuur. Hierdoor kon Spanje zich bij deze organisatie voegen. De jaarlijke herwaardering van de pensioenuitkeringen zijn momenteel aan de consumentenprijsindex gekoppeld. Dit zal zorgen voor hogere uitkeringen waardoor ze meer koopkracht zullen hebben. 

Het rapport 'pensioenen in 1 oogopslag' is gepubliceerd door de OECD. Daarin evalueren ze de pensioenen van in 2023. Meer dan de helft van de OECD landen, hun gepensioneerden worden beschermt tegen de inflatie op lange termijn. 

Er zijn in Spanje de afgelopen jaren heel wat pensioenhervormingen doorgevoerd, zo kunnen ze de stijgende prijzen voor gepensioneerden stabiliseren en de vergrijzing van de bevolking neutraliseren. We geven aan aantal knelpunten van de belangrijkste pensioenhervormingen al doorgevoerd in het verleden in Spanje. 

In 2011 vond de eerste belangrijke hervorming plaats. Deze was onder invloed van de regering van José Luis Rodriguez Zapatero. De pensioenleeftijd werd toen verhoogd van 65 jaar naar 67 jaar. De waardering van de pensioen werden voordien gebaseerd op het laatste ontvangen salaris, vanaf nu zou deze gebaseerd zijn op het gemiddelde salaris over de gehele loopbaan. 

In 2013 was er een tweede hervorming. Deze was onder leiding van de regering van Mariano Rajoy. Toen werd er een nieuwe wet gestemd waarin staat dat ze de jaarlijkse herwaarderingen van de pensioenen zouden koppelen aan inflatie op lange termijn in plaats van te koppelen aan de consumentenprijsindex. Door deze maatregel kwam er een bevriezing van de pensioenen in 2014 en 2015. Dit was een ramp voor de gepensioneerden in Spanje, hun koopkracht daalde aanzienlijk. 

In 2018 heeft de regering van Pedro Sanchez een nieuwe hervorming ingevoerd. Men heeft de nieuwe wet van 2013 afgeschaft, en de jaarlijkse herwaardering opnieuw gekoppeld aan de consumentenprijsindex. De gepensioneerden zullen weer beschermd worden tegen de stijgende prijzen. Hun koopkracht zal ook weer stijgen. Er is nog een maatregel ingevoerd, waardoor de pensioenen hoger zullen worden. De laagste pensioenen zullen ook verbeterd worden. Dit doen ze aan de hand van een éénmalige bonus van 0.25% in 2019. In 2020 is er ook een verhoging van 0.9% van de pensioenen, onder de €1000 per maand. In 2021 kwam er een tweede verhoging van opnieuw 0.9%, voor de pensioenen onder €1000 per maand. Dit waren de algemene verhogingen. Er zijn nog maatregelen ingevoerd voor de laagste pensioenen. In 2019 werden deze laagste pensioenen met 3% verhoogd, in 2020 nog eens met 5% én in 2021 met 1.8%. 

Deze laatste hervorming is vooral gericht om de toekomstige pensioentekorten te verminderen door extra inkomsten te ontwikkelen, de gepensioneerden met een laag inkomen te beschermen én dat de loopbaan voor mensen met onregelmatige loopbanen wordt verbeterd. De Spaanse hervormingen is gericht op hogere bijdragen, vooral voor de mensen met een hoog inkomen. Deze bijdragen van de mensen met een hoog inkomen worden gebruikt om de pensioenen te financiëren, alsook het reservefonds bij te vullen. 

Door aan te sluiten bij het OECD beschermt Spanje de gepensioneerden volledig tegen inflatie op lange termijn. De uitkeringen zullen vanaf nu dus jaarlijks aangepast worden aan de stijgende kosten van het leven zodat de gepensioneerden hun koopkracht kunnen behouden.